Wat twee jonge mannen na schooltijd aanzette om steenkapper te worden… Joost mag het weten. Of toch, hun eerste werkgever was nog ver familie. Of, misschien was het een ingeving van bovenaf! Sint-Stephanus, de patroonheilige van de steenkappers, vond de dood door steniging (Van Biervliet O.S.B.), vandaar ook de Waalse uitspraak “HETTE KOP, STEENKAP”.
Hun eerste kloppen met de hamer gaven Jan en Petrus in Sint-Gillis-Dendermonde bij De Decker alias 'de serre'. Daar begon ook confrater Van Gucht zijn loopbaan.
Na een paar jaar hielden de Gebroeders het daar voor bekeken, en zochten ze nieuwe oorden op. Firma Hendrickx in Asse was de nieuwe werkgever. Hendrickx Arduin en Marmer, had veel werk, niet alleen in Asse maar ook in Brussel. De baas zette zijn werknemers af op de werf, om de werken uit te voeren. ’s Avonds na omzwervingen langs drank- en andere gelegenheden, kwam hij dan zijn werkmannen ophalen.
Als onze baas zo zijn boterham kan verdienen, dan kunnen wij dat ook, dachten Jan en Petrus.
Moeder Helena Van de Vreken, gaf haar twee jongens de volle steun. Vader Alfons Verschueren, hield zich wel afzijdig, want hij werkte aan den ijzeren weg.
Er werd arduin gekocht in Soignies, bij “Carrière Roumbaux-Roland”, marmer bij “RAFFO Frères” in Haaltert of bij “Sprimont” in Vilvoorde. Arduin werd geleverd per wagon in het station van Baasrode Noord. Arduin werd in die tijd niet alleen in platen maar ook in banen geleverd. Voerman “COLLAERT”, met platte wagen en paard, werd ingeschakeld om de blauwe steen te transporteren naar KOUDEN HAARD NR.2. Lossen op de statie was hard werken. Met weinig hulpmiddelen, de zware materialen van de wagon op de wagen overladen was geen sinecure. En van machines was er op dat moment nog maar weinig sprake.
Er werd een eerste machine aangekocht. Het was een Ageflex-slijpmachine. Met deze machine kon men niet alleen slijpen, zagen, maar ook polijsten. Een motor, een aandrijfriem met verlegbare aandrijfkop, een buigzame as, dit alles was gemonteerd op een verplaatsbare handkar. Het was hard werken: kappen, ciseleren, punten klieven, slijpen. Moeder Helena had ook haar tweelingdochters ingeschakeld, voor het polijsten van kanten, het boenen van marmer. Het vergulden en verzilveren van gebeitelde letters op grafzerken was ook de taak van de gezusters Louise en Philomena Verschueren.
Het vervoer van afgewerkt materiaal gebeurde met paard en kar, door buurman Viktor Tilley.
In dit jaar verhuisde de zaak naar de Diepmeerstraat 49, onder de naam
“VERSCHUEREN GEBROEDERS”. De nieuwe locatie bood meer
uitbreidingsmogelijkheden.
Een tweedehandszaagmachine “SMETCOREN” werd aangekocht. Een gietijzeren tafel op rails, een motor met aandrijfriem en een herlaadbare zaag. De zaag bestond uit een stalen blad met opgebakken carborundum zaagzand. Een nadeel: deze zaagrand was breekbaar en verdroeg geen wringende bewegingen. Een voordeel: deze zaagbladen
waren herlaadbaar. Duchateaux en Kluft waren de leveranciers van dienst. Van diamantzagen nog geen sprake!
Er kwam steeds meer werk en nieuwe werkkrachten drongen zich op. Alfred Van de Vreken en Frans 'de mets' Sleebus kwamen in hun vrije tijd een hand toesteken. Bouwwerken en grafzerken vormden het hoofddoel. Jan verschueren was zeer bedreven in het kappen van letters en grafversieringen. Tijdens de oorlog werd er meestal gewerkt voor rijke mensen en grote boeren o.a. het maken van arduinen rollen voor het wellen van het land.
Na 1945 volgde er een expansie qua werk en er werden ook nieuwe machines bijgekocht. Een tweede nieuwe Ageflex-machine werd aangekocht. Een marmerkantenslijper werd aangekocht. Tevens werd er ook extra personeel aangeworven: Benoni Maes uit Oudergem en Dooren Verhaegen uit Dendermonde. De eerste was marmerbewerker, de tweede arduinkapper.
Even later kwam de Dendermondenaar Omer Boerewaard naar Buggenhout om de stiel uit te oefenen. Omer was vroeger werkzaam bij Huau in Dendermonde. In 1951 kwam René Geselle naar de Verschueren Gebrs. In onze stiel ontketende zich een ware revolutie. De stalen beitels werden vervangen door Widiabeitels. De traditionele lijmen zoals plaaster, mastic Meyer en gommelac werden vervangen door polyesterlijmen. Er kwamen ook nieuwe materialen, breuksteen uit de Maasvallei, Noorse leisteen, Granit uit Zweden “Labrador”, Balmoral, A.K.F., Marlin en Jasberg uit Zuid-Afrika en Franse witsteen. De blauwe steen uit Henegouwen werd nog steeds aangevoerd via Baasrode Noord, tot de Carrière de diensten aanbood van Viktor D’Hoerane uit Horrues.
Verschueren Gebrs. bleef ook niet gespaard van tegenslag. De eerste jonge werknemer van de firma, Gaston Sleebus, zoon van Frans Sleebus, verongelukte tijdens zijn legerdienst in Duitsland in 1952. Jan en Petrus besloten om jonge schoolverlaters aan te trekken om de stiel te leren. Kamiel Vernimmen uit Baasrode en Walter Collier uit Buggenhout waren de eerste leerjongens in dienst. We schrijven 1953.
Een zaagmachine met diamantzaag “DIAMANT BOARD” werd eveneens geplaatst door de firma Van Reckt uit Ecaussines.
Voor het lossen van de camions werd in 1955 een portaalkraan aangekocht bij de firma Van Reckt uit Ecaussines, wel met handbediende takel; Het vervoer van afgewerkt materiaal over kleine afstanden gebeurde toen met stoorkar getrokken en geduwd door de twee jonge mannen.
Langere afstanden en zwaardere lasten werden vervoerd met paard en kar door Wannes 'den bol' De Coster. Niet voor lang meer, want een eerste tweedehands vrachtwagen, een Chevrolet pick-up werd aangekocht bij Garage Baeck, Provincialebaan te Buggenhout in 1956.
In juli 1957 dacht Petrus reeds aan opvolging en hield zoon Alfons thuis van het H. Maagdcollege in Dendermonde. Fons MOEST steenkapper worden. Ook François, tweede zoon van Petrus zag administratief werk niet zitten en kwam in 1968 de zaagmachine bedienen.
Jan had twee dochters, die zochten andere oorden op en weken uit naar Brussel.
Er werd weer volop geinvesteerd in machines. Er kwam een volautomatische ciseleermachine. De oude Smetcoren werd vervangen door een half-portiek Van Vooren met diamantzaag in 1963. De Chevrolet pick-up werd vervangen door een Opel Blitz. Jan Van der Jeught kwam van de Scheepswerven Dansaert-Van Praet, de ploeg
versterken.
De Opel was aan vervanging toe en opnieuw werd een Chevrolet aangekocht, wel tweedehands. Dit was geen succes, en algauw werd een veel zuinigere Mercedes diesel aangekocht bij Garage Van Gucht in 1974, toen nog gevestigd op het Weiveld in Buggenhout. Een nieuwe zware portiek-zaagmachine werd aangekocht, wederom bij De Belle in Ecaussines. Deze machine was uitgerust met een 80cm diameter zaagblad, goed voor een zaagdikte van 30cm. Ook werd aandacht besteed aan het milieu. Stofafzuiging, geluidsarme zagen waren al geen
overbodige luxe meer, maar een noodzaak. Voor de bediening van deze machine was Jan Van der Jeught de geschikte persoon.
Nonkel Jan kreeg assistentie, van een jonge kracht, eerst van Luc De Ridder, daarna van Cyriel Van Gucht. Benoni Maes was inmiddels overleden, Doren Verhaegen en Omer Boerewaard waren gepensioneerd. Johan Van Spitael, Karel Seghers en Willy Peeters uit Bornem kwamen in de plaats. Omer was volgens Petrus de beste steenhouwer die hij ooit gekend had.
De tijd ging snel…
Jan kreeg een wankele gezondheid en kon al een paar jaar het werk niet meer aan. Petrus daarentegen ging er nog steeds stevig tegenaan…
Het werk viel steeds meer op de schouders van Petrus’ zonen.
Jan overlijdt in november in Brussel. Petrus en zijn zonen trachtten in onverdeeldheid te treden met de echtgenote en dochters, maar dat lukte moeizaam.
Alfons, François en Jan (derde zoon van Alfons), besluiten op 1 juni 1988 een nieuwe vennootschap op te richten en te verhuizen naar een nieuwe werkplaats, meerbepaald op het industrieterrein Genthof 18 te Buggenhout op 1 maart 1989.
De nieuwe naam: "B.V.B.A. NATUURSTEENBEDRIJF VERSCHUEREN A.F. EN J.”.
De eerste aankoop van het nieuwe bedrijf was een vrachtwagen Mercedes, uitgerust met een hydraulische kraan.
Er werd zwaar geïnvesteerd: industriegrond, atelier, nieuwe machines, …
Ook een woord van dank aan Burgemeester De Lantsheer (+) die er voor zorgde dat Verschueren, na zoveel jaren in Buggenhout kon blijven.
Op 1 januari 2000 neemt Jan Verschueren de zaak over van zijn vader en oom. De naam wordt gewijzigd in "B.V.B.A. NATUURSTEENBEDRIJF VERSCHUEREN".
historiek samengesteld door Alfons Verschueren met dank aan Louise en Philomena Verschueren
(ter info hieronder nog wat data met betrekking tot de voorlopers...)
Helena Van de Vreken (1884 - 1964)
Jan Verschueren (1907 - 1987)
Petrus Verschueren (1909 - 2002)
Benoni Maes (1899 - 1967)
Isidoor Verhaegen (1885 - 1966)
Omer Boerewaard (1904 - 1962)
Jan Van der Jeught (1907 - 1975)
René Geselle (1913 - 2000)
Alfred Van de Vreken (1879 - 1965)
Frans Sleebus (1904 - 1962)
Gaston Sleebus (1932 - 1952)
Willy Peeters (1944 -
Kamiel Vernimmen (1938 -
Walter Collier (1939 - 2023)
Johan Van Spitael (1958 - 2004)
Karel Seghers (1957 -
Alfons Verschueren (1939 - 2023)
François Verschueren (1947 - 2023)
Luc De Ridder
Cyriel Van Gucht